Producten

Er zijn verschillende meetomstandigheden waar debieten kunnen worden gemeten, hieronder wordt ingegaan op de verschillende meetmethoden en meetapparaten die via Ten Kate-Kool beschikbaar zijn.

De meetapparatuur kan aan verschillende onderstations worden gekoppeld. Bij de meeste methoden is aansluiten op onderstations mogelijk middels 4-20 mA signaal of RS485 aan een aanwezige PLC maar het is ook mogelijk via GPRS of modem gegevens uit te wisselen of met een datalogger te werken.

De apparatuur is bij Ten Kate-Kool te verkrijgen maar ook te huren. Verder is het mogelijk alle installatie en of meetwerkzaamheden door Ten Kate-Kool uit te laten voeren.

De apparatuur heeft linken naar de technische specificaties van de betreffende apparatuur.

Geheel gevulde buizen en leidingen
Buizen en leidingen die geheel gevuld zijn kunnen op meerdere manieren gemeten worden:
Ultrasonoor: Flo-Sonic, dit apparaat bepaald op basis van het verschil in looptijd van het signaal de snelheid van de vloeistof in een buis. Het is er in een draagbare versie en vaste opstellingen, waarbij verschillende sensoren kunnen worden geleverd, afhankelijk van de diameter en de te meten vloeistof, zie beschrijving Flo-Sonic P en Flo-Sonic Full-pipe voor de technische specificaties.
Beluga, dit apparaat meet op basis van Doppler de snelheid van de vloeistof in een buis. Het is in zowel vaste opstelling als mobiele versie te verkrijgen. Op basis van het profiel en de metingen op basis van een doppler signaal wordt het debiet berekend.
Elektromagnetisch: Met een Mag-meter, AVI-Mag, Flo-Pipe, Sewer-Mag of een EMV (500 of 1000) wordt de snelheid in de buizen gemeten op basis van een elektromagnetisch veld. De EMV kan ingezet worden voor kortere duur indien de apparatuur in de buis is te plaatsen. De andere oplossingen dienen specifiek voor een locatie te worden ontworpen en gemaakt en zijn derhalve niet geschikt tijdelijk in te zetten maar alleen voor vaste opstelling. De AVI-Mag en Flo-Pipe kunnen worden geplaatst terwijl de buizen in gebruik zijn en blijven.
Oplossingmethode: Indien er voldoende beweging in het water is opdat vermenging van het geconcentreerde tracermiddel goed verloopt kan deze methode bij geheel gevulde buizen worden toegepast. Het is een geheel handmatige methode, geschikt voor ijk doeleinden en indicatie van het debiet.

Gedeeltelijk gevulde buizen en leidingen
Buizen en leidingen die niet altijd of bijna nooit geheel gevuld zijn kunnen met 4 meetprincipes worden gemeten:
Ultrasonoor: Flo-Sonic, dit apparaat is in een vaste opstellingen, waarbij verschillende sensoren kunnen worden geleverd, zie beschrijving Flo-Sonic open water, er dient dan tevens een peilmeting te worden geïnstalleerd om het natte oppervlak te kunnen bepalen.
Beluga, dit apparaat is in zowel vaste opstelling als mobiele versie te verkrijgen. Naast de snelheidsmeter dient er een peilregistratie te worden geplaatst om op basis van het profiel en de metingen het debiet te berekenen.
Elektromagnetisch: Met een Sewer Mag of een EMV 500 of EMV 1000 kan de snelheid in de buizen worden gemeten.
Radar: Raven Eye, indien er bij de buizen wel geheel gevulde stromingssituaties voorkomen dient de Raven Eye ook met een EMV-sensor te worden uitgerust (elektromagnetische debiet meting, voor de volle buis) of in combinatie met een Flo-Sonic te worden toegepast.
Oplossingmethode: Indien er voldoende beweging in het water is opdat vermenging van het geconcentreerde tracermiddel goed verloopt kan deze methode bij open waterlopen of gedeeltelijk gevulde buizen worden toegepast. Het is een geheel handmatige methode, geschikt voor ijk doeleinden en indicatie van het debiet.

Om in gedeeltelijk gevulde buizen het debiet te bepalen dient de snelheidsmetingen te worden gecombineerd met peilregistratie apparatuur:
Ultrasonoor: ULS-02 of ULS-06 zijn geschikt voor het meten van het vloeistof niveau op verschillende locaties, zonder dat contact met de vloeistof is. De peilapparatuur kan in combinatie met diverse snelheidsmeters worden toegepast om op basis van het profiel, snelheid en het peil het debiet te berekenen.
Drukopnemer: Afhankelijke van de wens van de opdrachtgever kan ook gebruik worden gemaakt van diverse merken drukopnemers. Afhankelijk van de gewenste nauwkeurigheid en meetbereik kunnen passende drukopnemers bij diverse fabrikanten worden toegepast.

Open waterlopen
In open waterlopen kan heeft Ten Kate-Kool 4 meetprincipes beschikbaar om het debiet mee te meten:
Ultrasonoor: Beluga, dit apparaat werkt in (semi)vaste opstellingen, waarbij met 1 een ultrasonoor apparaat of drukopnemer het waterpeil wordt gemeten en met de Beluga op basis van doppler de watersnelheid wordt gemeten. Afhankelijk van de breedte van het meetprofiel kunnen apparaten met verschillende bereiken worden ingezet opdat een optimale meting van het debiet wordt gerealiseerd. De apparatuur kan met behulp van elektronica het debiet bepalen, maar dit kan ook in een aanwezige PLC geschieden. Flo-Sonic OCM, dit apparaat is in een vaste opstellingen, waarbij verschillende sensoren kunnen worden geleverd, zie beschrijving Flo-Sonic gedeeltelijk gevulde buizen. Er dient tevens een peilmeting te worden geïnstalleerd om het natte oppervlak te kunnen bepalen.
Elektromagnetisch: met een EMV 500 of EMV 1000 kan de snelheid van kleinere open waterlopen worden gemeten. In combinatie met een niveausensor kan op basis van de metingen en het profiel het debiet worden berekend.
Radar: Raven Eye, indien de stroomsnelheid groter is dan 10 cm/sec dan kan middels radar het debiet worden bepaald in een waterloop.
Oplossingmethode: Indien er voldoende beweging in het water is opdat vermenging van het geconcentreerde tracermiddel goed verloopt kan deze methode bij open waterlopen worden toegepast. Het is een geheel handmatige methode, geschikt voor ijk doeleinden en indicatie van het debiet.

Om in open waterlopen het debiet te bepalen dient evenals bij gedeeltelijk gevulde buizen peilregistratie apparatuur te worden ingezet.

Meetprincipe Ultrasonoor
Dit meetprincipe is er voor vaste opstellingen en in een draagbare versie, waarbij verschillende sensoren kunnen worden geleverd. Door naast de ultrasonore sensoren ook een peilregistratie uit te voeren kan in halfgevulde leidingen maar ook in open waterlopen worden gemeten. Het natte oppervlak wordt berekend aan de hand van het peil en een van tevoren ingegeven profiel.
Bij ultrasonore opnemers wordt een signaal verstuurd van een sensor en door een andere sensor weer ontvangen. Bij dopplerapparatuur zijn de zender en ontvanger in 1 sensor verwerkt. Het apparaat stuurt een signaal uit en meet hoe lang de weerkaatsing er over doet en de verschuiving hiervan. Bij een looptijdverschil meting wordt met 2 sensoren gewerkt, waarbij er 1 de zender en de andere de ontvanger is, het verschil in looptijd is een maatstaf voor de gemiddelde snelheid in het profiel. Met behulp van het natte oppervlak en de gemiddelde gemeten snelheid wordt het debiet berekend. Zie beschrijvingen in de technische specificaties van de diverse apparaten. Deze komen tevoorschijn indien u op de onderstreepte woorden klikt. Dit meetprincipe is minder geschikt indien er luchtbellen aanwezig zijn. Het meet zowel negatieve als positieve stroming en is geschikt voor langzaam en snelstromend water.

Meetprincipe Elektromagnetisch
Dit meetprincipe is er voor vaste opstellingen en in een draagbare versie, waarbij verschillende sensoren kunnen worden geleverd. Door naast de elektromagnetische sensoren ook een peilregistratie uit te voeren kan in halfgevulde leidingen maar ook in open waterlopen worden gemeten. Het natte oppervlak wordt berekend aan de hand van het peil en een van tevoren ingegeven profiel.
Bij elektromagnetische opnemers wordt een magnetisch veld gevormd, de verandering in het magnetische veld is een maatstaf voor de snelheid in het profiel. Met behulp van het natte oppervlak en de gemiddelde gemeten snelheid wordt het debiet berekend.
Zie voor de beschrijvingen in de directory Elektromagnetisch voor de technische specificaties van de diverse apparaten:
- Flo-Pipe (volle buizen met schone vloeistof);
- EMV 500 of EMV 1000 (logger, momentane metingen, volle en niet geheel gevulde buizen (riolering) en kleine open waterlopen);
- Sewer Mag (uitmonding van buizen).

Dit meetprincipe is inzetbaar bij hoge en lage snelheden en kan ook meten indien er luchtbellen aanwezig zijn in het water.

Meetprincipe Radar
De Raven-Eye is er voor vaste opstellingen en eventueel in semipermanente opstellingen. De apparatuur is redelijk snel te monteren, zodra er een montage rek is aangebracht. Door met radar de snelheid te meten wordt het debiet berekend op basis van Q=vxA. Indien het apparaat onder water is kan het niet meer met radar meten, eventueel is de apparatuur uit te breiden met een EMV-meetapparaat of een Flo-Sonic, dat de snelheid bepaalt zodra de radarapparatuur onder water is. Het natte oppervlak wordt berekend aan de hand van het peil en een van tevoren ingegeven profiel.
Zie voor de beschrijvingen in de directory radar voor de technische specificaties van de Raven Eye (toepasbaar in riolering en open waterlopen met watersnelheid groter dan 15 cm/sec).

Meetprincipe Oplosmethode
Dit meetprincipe berust op het meten van een concentratie van zouten, de verandering in concentratie is de maatstaf voor de hoeveelheid water die door de open waterleiding stroomt. Zie voor de beschrijvingen in de directory oplossingsmethode voor de technische specificaties van de Flo-Tracer (toepasbaar in open waterlopen).